De grootste misverstanden over
het gebruikelijk loon
het gebruikelijk loon
Als je een BV hebt, ben je als DGA verplicht om jezelf salaris te betalen: dit noemen ze het gebruikelijk loon. Waarom bestaat deze regeling?
- Om te voorkomen dat je belasting ontwijkt door vooral dividend uit te keren, want over dividend betaal je meestal minder belasting
- Om te voorkomen dat je onbedoeld gebruik maakt van toeslagen
- Om te voorkomen dat je belasting betalen uitstelt
Wij komen in onze praktijk regelmatig misverstanden over het gebruikelijk loon tegen. Hier noemen we de meest voorkomende.
Misverstand 1: je moet jezelf minimaal het normbedrag van € 56.000 uitkeren
Dit klopt niet. Je moet kunnen aantonen dat je salaris hetzelfde is als dat van iemand die in loondienst hetzelfde werk doet. Het maakt dus niet uit of dat onder het normbedrag van € 56.000 ligt.
Hier ontstaat vaak misverstand over omdat de regels in de loop der jaren zijn gewijzigd. Inmiddels geldt het volgende. Het gebruikelijk loon is minimaal het hoogste bedrag van:
- € 56.000 of hoger
- Het salaris van de meest verdienende werknemer in het bedrijf
- Het salaris van de meest vergelijkbare dienstbetrekking (van een werknemer buiten het bedrijf)
Maar, als het salaris van de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 56.000 of lager is dan de meest verdienende werknemer in het bedrijf, dan mag je de meest vergelijkbare dienstbetrekking aanhouden.
Misverstand 2: bij deeltijd werken mag je het gebruikelijk loon niet naar rato toepassen
Een veelvoorkomend misverstand. Dit misverstand ontstaat, doordat je het normbedrag van € 56.000 niet naar rato van parttime werken mag vaststellen. Maar dat geldt wel voor het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meest verdienende werknemer. Dat mag je wel berekenen op basis van het parttimepercentage.
Let wel op: je moet aannemelijk maken dat je parttime werkt.
Misverstand 3: de belastingdienst moet bewijzen dat het gebruikelijk loon niet klopt
Het vaststellen van het gebruikelijk loon is in de praktijk erg lastig, omdat er te weinig informatie beschikbaar is. Daardoor wordt er vaak gebruik gemaakt van schattingen, wat handhaving lastig maakt. Maar dat wil niet zeggen dat je er als DGA makkelijk mee wegkomt om een te laag gebruikelijk loon vast te stellen.
De belastinginspecteur moet als eerste bewijzen dat het gebruikelijk loon te laag is. Maar zodra dit aannemelijk is, moet de DGA bewijzen dat het lagere loon wél klopt. Dat moet je goed kunnen onderbouwen, bijvoorbeeld met functieomschrijvingen, urenregistraties en marktvergelijkingen.
Lees ook: Meest gestelde vragen over het gebruikelijk loon in 2025
Heb je hier nog vragen over, neem dan contact met ons op.
Marco Willems
Hoofd salarisadministratie
m.willems@bghaccountants.nl
-
Marco Willems Hoofd salarisadministratie

